Paarden met autisme?
- door Marly van Gemert
- •
- 08 jul, 2018

Als ik op een feestje vertel over mijn werk als ‘paardentherapeut’
heeft men vaak (na mijn opmerking dat ik geen therapeut vóór paarden ben, maar
mét paarden vóór mensen) al snel de associatie met kinderen met autisme. Het
wordt steeds bekender dat de inzet van paarden enorm waardevol kan zijn bij
deze doelgroep. Er gaan verhalen rond van kinderen met autisme die op het paard
bijvoorbeeld hun eerste woordjes spreken en vaak een uitzonderlijke band
krijgen met deze dieren. Een mooi voorbeeld hiervan in de media is “De Paardenjongen”,
het verhaal over een vader (Rupert Isaacson) die na een bijzondere ontmoeting
tussen zijn zoon en het paard van de buren, besluit met zijn zoon te paard een
verre reis door Mongolië en later door Namibië, Australië en Amerika te maken.
Hier zijn boeken en een documentaire van verschenen. Deze vader heeft op basis
van zijn ervaringen een speciale methodiek ontwikkeld waarmee hij andere
kinderen en ouders helpt: The Horse-boy method. Naast dit bekende voorbeeld is
er ook in de wetenschap een groeiende belangstelling voor de inzet van paarden
voor deze en andere doelgroepen. Op de bijzondere ervaringen in de praktijk volgt
nu ook steeds meer wetenschappelijke onderbouwing voor de inzet van paarden
voor therapeutische doeleinden in het algemeen en specifiek voor mensen met
autisme.
Waar komt deze verbinding vandaan? Is er sprake van een magische aantrekkingskracht? Op basis van mijn eigen ervaring met paarden, kinderen (en de combinatie daarvan) en het vele lezen over dit onderwerp denk ik zelf dat het hem zit in de overeenkomsten tussen paarden en mensen met autisme. Eigenlijk kun je bijna zeggen dat paarden van nature best wel wat autistische trekjes hebben (hebben wij mensen trouwens ook, met óf zonder label). Ik denk dat er onbewust sprake is van wederzijds begrip en herkenning. En dat heeft ook wel wat magisch als je dat ziet gebeuren.
Om het concreet te maken een lijstje:
- Paarden en mensen met autisme zijn over het algemeen beide erg gevoelig.
- Paarden zijn kuddedieren met heel complexe sociale structuren en banden, maar zonder dubbelzinnigheden, zonder verborgen agenda’s, intenties die anders zijn dan de acties en zonder figuurlijke verbale taal. Bij een kind met autisme zie je dit ook, ze kunnen bijvoorbeeld niet liegen, uiten hun gedachten en gevoelens direct, of dit nu gepast is of niet en reageren sterk op hun omgeving. Ze uiten precies wat ze denken en voelen, net als paarden.
- Paarden en mensen met autisme hebben vaak een grote behoefte aan veiligheid en voorspelbaarheid.
- Paarden en mensen met autisme zien hun wereld ongeveer hetzelfde, ze zijn hypergevoelig voor veranderingen in hun omgeving en hebben meer moeite met generaliseren. Een persoon met autisme ziet het meteen als er een lamp in de ruimte is verplaatst. Paarden reageren soms net zo sterk op een verandering in hun vertrouwde omgeving.
- Zowel paarden als mensen met autisme denken in plaatjes, niet zozeer in woorden/verbale taal. In de hersenen van zowel paarden als mensen is het de rechter hersenhelft die plaatjes (visuele informatie) en non-verbale taal verwerkt. Waarschijnlijk wordt deze voorkeur onbewust weerspiegeld en herkend in de lichaamstaal van zowel paarden als mensen met autisme. Of het nu een paard of mens betreft, we worden vaak aangetrokken door wat we herkennen in de ander.
Dit lijstje is natuurlijk niet van toepassing op alle kinderen of volwassenen met autisme en kan ook van toepassing zijn op mensen zonder autisme, met name kinderen of volwassenen die bijzonder gevoelig of angstig zijn. Desondanks schetst het de overeenkomsten, die mogelijk een bindende factor zijn tussen paarden en mensen met autisme. Wat als vanzelfsprekend een omgeving van compassie en veiligheid creëert waarin beide zich prettig voelen en kunnen ontwikkelen.
Tot slot:
- Paarden zien geen kind met autisme, ze zien een kind. Kinderen met autisme voelen dat. Hoe goed bedoeld ook, volwassenen om het kind heen hebben vaak onbewust de intentie het kind te veranderen. Het te leren zich aan te passen aan de omgeving in de hoop dat het dan gelukkiger is. Hoewel dit in veel gevallen waar is, en veel gedrag niet geaccepteerd wordt in onze samenleving, ervaart het kind het vaak alsof het niet goed is zoals hij/zij is. De onvoorwaardelijke acceptatie van het paard kan hierin heel waardevol zijn. Om te groeien en positieve relaties met anderen aan te gaan, heeft het kind een positieve relatie met zichzelf nodig. Waarin vertrouwen en zelfvertrouwen een belangrijke rol spelen.